Het ruiterstandbeeld van Karel de Grote staat - enigszins aan het zicht onttrokken door de begroeiing - midden op het Keizer Karelplein. Keizer Karel de Grote, -'Carolus Magnus' in het Latijn, is de naamgever van het plein.
Hij leefde van 742 tot 814 en was van 768 tot aan zijn dood koning van de Franken. In 800 werd Karel Rooms keizer. Rond 770 liet hij op het Valkhof een palts bouwen, van waaruit het noordelijke deel van zijn rijk bestuurd werd. In 777 kwam Karel er voor het eerst; ook in de jaren 804, 806 en 808 bezocht hij de palts, meestal voor slechts enkele maanden.
Albert Termote krijgt de opdracht om van deze (voor Nijmegen zo belangrijke) Europese vorst een bronzen standbeeld te maken. Geheel in de Karolingische traditie wordt het een ruiterstandbeeld. Hij stelt Karel de Grote voor in een dynamische houding op een steigerend paard. In 1962 wordt het beeld geplaatst.
Al in 1930 waren er plannen om op het Keizer Karelplein een monument voor Karel de Grote op te richten. Een eerder ontwerp van Jac Maris werd afgekeurd. Daarna gebeurt er een hele tijd niets. Pas in 1962 wordt uiteindelijk dit beeld van de Karolingische vorst geplaatst op het meest prominente plein van de stad.
Sinds de viering van het 2000-jarig bestaan van de stad wordt het monument voor Karel de Grote na zonsondergang op een speciale manier met behulp van waternevel aangelicht.
Klik op de kaart om de locatie te openen in Google Maps.