Dit monument is opgericht om bisschop Ferdinand Hamer (1840-1900) te herdenken, die tijdens de Chinese Bokseropstand op een gruwelijke manier is omgekomen.
Ferdinand Hamer werd in de Nijmeegse Molenstraat geboren. Hij ging als missionaris van de Scheutisten in 1865 naar Mongolië. In 1900 bereikte de Bokseropstand dit gebied. Hamer werd door opstandelingen gevangen, gemarteld en verbrand. Zijn vreselijke dood kwam als een schok in Katholiek Nederland. Twee jaar na zijn dood wordt er na een landelijke geldinzamelingsactie een monument voor hem opgericht.
Het monument bestaat uit een bronzen standbeeld op een hoge, rijk versierde sokkel uit Naamse steen. Op de voorzijde van de sokkel is onder andere een palmtak afgebeeld, attribuut van martelaren, met de tekst ‘Ik blijf, gaat kinderen. God zij met u’. Daarboven staat de tekst: ‘De Nederlandse martelaren van chin. Mongolië gehuldigd door het vaderland 28 september 1902’.
Aan de drie andere zijden zijn de bronzen portretten te zien van de drie omgekomen medepaters Jaspers, Zijlmans en Dobbe. Het standbeeld van Hamer zelf toont een strenge man met een lange baard, gehuld in bisschopskleding. Met zijn rechterhand lijkt hij de toeschouwer of voorbijganger te wenken.
Tot 1949 heeft het monument dichtbij Molenstraat 122 gestaan: het geboortehuis van bisschop Hamer aan de kop van de Verlengde Molenstraat.De naam van deze straat werd bij de plaatsing van het beeld veranderd in Bisschop Hamerstraat. In 1949 moest het beeld wijken voor noodwinkels en werd het verplaatst naar het middenplantsoen van de Van Schaeck Mathonsingel. Precies vijftig jaar later, in 1999 is het monument weer teruggeplaatst in de toen opnieuw ingerichte Bisschop Hamerstraat.
Klik op de kaart om de locatie te openen in Google Maps.