Dit beeld bestaat uit twee parallelle betonen palen van vier meter hoog. De een is antraciet, de ander wit. Bovenin beide palen is een ovaal uitgesneden en dat ovaal wordt gesloten door een stalen boog. Dwars door beide ovalen heen steken twee stalen staven met aan weerszijden een ring van glas en staal. Op de ene glazen plaat staat een zeefdruk van Moenen. Op de andere is Mariken te zien.
Jan Samsom kreeg de opdracht dit kunstwerk te realiseren in het kader van de 1%-regeling. (Bij de aanleg van de rotonde en de reconstructie van de Daalseweg werd een percentage van het investeringsbedrag gereserveerd voor de toepassing van kunst.) De aanwezigheid van het theater in het Badhuis bracht de kunstenaar ertoe een onderwerp uit de ontwikkeling van het Nederlandse theater te verwerken in zijn opdracht. Hij koos voor een verwijzing naar Mariken en Moenen die staan voor respectievelijk 'het goede' en 'het kwade'. Beide begrippen zijn in dit kunstwerk in evenwicht gebracht. Het is geen toeval dat het beeld de gedachte aan een soort weegschaal oproept.
Daarnaast is het verhaal van Mariken onlosmakelijk verbonden met de stad Nijmegen.
Het vertelt de geschiedenis van Mariken die, na door de duivel ( Moenen) te zijn verleid, jarenlang een losbandig leven leidt in Antwerpen. Terug in Nijmegen ziet zij een wagenspel, waarin wordt duidelijk gemaakt dat iedereen vergeving van God kan krijgen voor zijn of haar zonden.
Klik op de kaart om de locatie te openen in Google Maps.