Jan van Hoof, student en lid van de geheime Dienst Nederland, verzamelde maandenlang informatie over de Waalbruggen en daar aangebrachte explosieven. De student Jan van Hoof was in de oorlogsjaren lid van de geheime Dienst Nederland en verzamelde veel informatie over de spoor-en verkeersbrug over de Waal en de daar aangebrachte explosieven. Op 18 september 1944, toen de geallieerden zich voorbereidden op de verovering van beide bruggen, wist van Hoof de explosieven, die onder de Waalbrug bevestigd waren, onschadelijk te maken.
De aanslag werd echter ontdekt door de Duitsers; uiteindelijk zijn zij niet tot vernieling van de brug overgegaan.
Van Hoof zelf stierf een dag later. Terwijl hij aanvankelijk had geweigerd als gids met een verkenningswagen mee te gaan, loodste hij die middag een wagen van de Royal Engineers door de binnenstad. Op de Nieuwe Markt, vlak bij de spoorbrug, werd deze in brand geschoten. Van Hoof overleefde, maar tijdens een gevecht en mishandeling op de hoek van de Lange Hezelstraat en de Nieuwe Markt werd hij gedood. De plek waar hij stierf is met deze gedenksteen gemarkeerd.
Hij is begraven op de erebegraafplaats Vredehof, Weg door Jonkerbos 80.
Ook op de Waalbrug, op een pijler aan de Lentse zijde, bevindt zich een plaquette die verwijst naar deze verzetsstrijder.
Omdat er twijfel was over de rol van Jan van Hoof heeft een commissie van het Ministerie van Oorlog in 1949 een onderzoek ingesteld naar het vraagstuk van de redding van de Waalbrug bij Nijmegen. De belangrijkste conclusie uit het rapport luidde dat Jan van Hoof feitelijk niet kan worden beschouwd als 'de Redder' van de brug. 'Wel komt hem onvergankelijke eer toe voor hetgeen hij tot behoud van de brug als uitstekende daad van moed, beleid en trouw heeft verricht met inzet van zijn leven'.
Klik op de kaart om de locatie te openen in Google Maps.